U bent hier
Een nieuw museum voor Moderne Kunst in Brussel: Kunst met grote K of politieke profilering (met kleine p)?
Dat het Brussels Gewest het bekende Citroëngebouw aan het IJzerplein wil aankopen om er een museum voor moderne en hedendaagse kunst in onder te brengen, snappen Cieltje Van Achter en Cathy Coudyser niet zo goed. We gaan de federale collecties toch niet opsplitsen?
Een volgende aflevering in de soap getiteld Musea voor moderne en hedendaagse kunst in Brussel dient zich aan: het Brussels Gewest staat op het punt het bekende Citroëngebouw aan het IJzerplein aan te kopen om er een museum onder te brengen. Het is het zoveelste vervolg op een soap die Dallas doet verbleken.
De jarenlange verwaarlozing en het mismanagement van de musea in het Jubelpark zijn genoegzaam bekend. Zo moest de toptentoonstelling rond Rogier van der Weyden sluiten door waterinsijpeling in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten. Uit de collecties van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis bleken werken gestolen te zijn en verkocht bij Christie’s, in de depots loop je letterlijk over de kunstwerken, de toegang tot de bibliotheek en archieven zijn tot een minimum herleid en er is personeel te kort, waardoor zalen gesloten zijn. Op de websites kun je bovendien nauwelijks een inventaris vinden van de kunstwerken.
De beruchte Michel Draguet droeg jarenlang de verantwoordelijkheid over deze musea die nog steeds in dramatische omstandigheden vertoeven.
De Brusselse regering lijkt nu lustig een vervolg aan de gebeurtenissen te breien. Wij volgen dit dossier al jaren en hebben ernstige vragen bij dit prestigeproject. Het dreigt een maat voor niets te worden.
De regering verklaarde dat de opening van het nieuwe museum in het Citroëngebouw er komt vóór het einde van de legislatuur in 2019. De aankoop van het gebouw is zo goed als rond. Daarover was alles duidelijk, maar daar houdt het op. Bij de bespreking van het Brusselse regeerakkoord vroegen wij in het Brusselse Parlement al naar het kostenplaatje. Geen antwoord. Wie zal dit betalen? Vanwaar zullen de collecties komen? Een indrukwekkende stilte bij Rudi Vervoort en zijn regering.
Nobele doelstelling?
‘Is er wel nood aan een nieuw Brussels museum?’, stelde Brusselaar Peter Wouters, directeur Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, ooit letterlijk de vraag in een vrije tribune in Brussel Deze Week. Het blijkt een steeds terugkerend euvel in de politiek dat men liever nieuwe projecten opstart dan te behouden en vooral te onderhouden wat bestaat en wat goed is. Dat blijkt ook in dit dossier.
De Brusselse regering rekent op de federale regering om de collectie voor het nieuwe museum ter beschikking te stellen. Die laatste stelt in haar regeerakkoord evenwel duidelijk – en terecht – dat de federale kunstcollecties één en ondeelbaar zijn. Het zou toch onvoorstelbaar zijn om wereldvermaarde topcollecties uit elkaar te halen door een deel ervan onder te brengen in een zoveelste museum. Er zijn al twee federale museumsites in Brussel die elk volgens hun eigenheid de topcollecties overzichtelijk (zouden) kunnen tentoonstellen, namelijk de Kunstberg en de Jubelparksite.
De federale regering plant een opfrissing van deze musea. Letterlijk en figuurlijk. Door een andere structuur – verzelfstandiging van de verschillende instellingen moet tot meer transparantie leiden – en door binnen een globaal Masterplan eindelijk te investeren in de broodnodige renovaties. Er is nog heel wat oppervlakte ongebruikt. Wij pleiten voor een echt moderne – geen megalomane – museale visie, met focus op ontsluiting, digitalisering, publieksvriendelijkheid. We bepleiten belevingsmusea waarbij interactie aan de hand van nieuwe technologieën centraal staat.
Zo zal Brussel opnieuw beschikken over twee museale sites met internationale uitstraling. Die kunnen, naar analogie met het recent succesvol gerenoveerde Rijksmuseum in Amsterdam, een totaaloverzicht geven van onze beschaving en kunstgeschiedenis, van de Oude Meesters tot onze hedendaagse kunstenaars. Met een aangepaste museale visie en een hedendaagse tentoonstellingsmethode krijgen de musea en hun collecties dan de eer die hen toekomt.
Uiteraard kunnen en moeten stukken uit het depot uitgeleend worden. In Brussel, in Vlaanderen, Wallonië en het buitenland. Maximale ontsluiting en maximaal publieksbereik – zoals aangehaald in het federaal regeerakkoord – moeten het opzet zijn.
Laten we wel wezen: wij zijn voor investeringen. Wij zijn voor investeringen in cultuur. Voor initiatieven in de Brusselse Kanaalzone, die nood heeft aan herwaardering en frisse ideeën. Maar we roepen de Brusselse regering dan ook op om niet over te gaan tot de aankoop van het Citroëngebouw, zolang er geen duidelijkheid is over een zinvolle en efficiënte besteding. Dit dossier is uitermate onvolledig, waardoor de belastingbetaler andermaal dreigt op te draaien voor een hoge factuur waar niets tegenover staat.